Ontwikkelingen

Onder 'ontwikkelingen' verwerken wij de autonome ontwikkelingen in het financieel perspectief. Dit betreft ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan tussen het moment van het vaststellen van de (meerjaren)Begroting 2018 en het opstellen van de Kaderbrief 2019. Voorbeelden van autonome ontwikkelingen zijn de na begrotingsbehandeling genomen raadsbesluiten met een meerjarig effect, verwachte effecten uit de Meicirculaire 2018, structurele effecten uit de Jaarrekening 2017 en eventuele BBV-wijzigingen.

Onderstaande tabel geeft inzicht in de financiële consequenties van de autonome ontwikkelingen.

Bedragen × € 1.000

2019

2020

2021

2022

Eindsaldo Begroting 2018

€ 585

€ 2.014

€ 1.254

€ 876

Autonome ontwikkelingen

a. Decembercirculaire 2017

€ 157

€ 156

€ 156

€ 156

b. Maartcirculaire 2018

€ 7.964

€ 8.522

€ 7.842

€ 9.412

c. Structurele effecten jaarrekening 2017

€ 100

€ 100

€ 100

€ 100

d. Aansluiting op GRD Begroting

€ 625-

€ 757-

€ 1.053-

€ 1.053-

e. Uitvoeringskrediet Prins Clausbrug

€ -

€ 241-

€ 241-

€ 241-

f. Verdeelsystematiek Veilgheidsregio ZHZ

€ 13

€ 199

€ 313

€ 396

g. Doordecentralisatie onderwijshuisvesting VO

€ 460-

€ 460-

€ 460-

€ 460-

g. Doordecentralisatie onderwijshuisvesting PO

€ -

€ -

€ -

€ 1.045-

h. Algemene Verordening Gegevensbescherming

€ 235-

€ 235-

€ 235-

€ 235-

i. Vrijval rente op langlopende leningen

€ -

€ -

€ -

€ 1.500

j. Wegvallen precario opbrengsten

€ -

€ -

€ -

€ 6.000-

Som autonome ontwikkelingen

€ 6.914

€ 7.284

€ 6.422

€ 2.530

Saldo KB na autonome ontwikkelingen

€ 7.499

€ 9.298

€ 7.676

€ 3.406

Hieronder volgt per onderdeel een toelichting:

a. Decembercirculaire 2017
De Decembercirculaire 2017 werkt positief door in het financiële beeld. In de Decembercirculaire 2017 zijn de effecten van het nieuwe Regeerakkoord nog niet doorgerekend.

b. Maartcirculaire 2018
Vanwege de vorming van een nieuwe regering (Rutte-III) is er dit jaar een Maartcirculaire 2018 verschenen. In deze circulaire wordt op hoofdlijnen ingegaan op de effecten voor de omvang van het gemeentefonds. Het gemeentefonds neemt aanzienlijk toe. Dit wordt verklaard door:

  • beleidsintensiveringen van het kabinet Rutte-III.
  • stijging van de loon- en prijsontwikkelingen in Nederland.
  • autonome groei van de Nederlandse economie.

Voor wat betreft het sociaal domein worden er diverse onderdelen overgeheveld van doeluitkering naar de algemene uitkering van het gemeentefonds. Op totaal niveau vindt de doorvoering plaats in de Maartcirculaire. De verdeling over de gemeenten wordt verwerkt in de Meicirculaire. In de gepresenteerde reeks zijn deze effecten daarom nu nog niet meegenomen. Belangrijke wijziging is dat volume mutaties in het sociaal domein moeten worden opgevangen binnen het totale gemeentefonds. Over deze overheveling informeren wij de raad in de raadsinformatiebrief behorend bij de Meicirculaire 2018.

Een belangrijk uitvloeisel van het regeerakkoord is het InterBestuurlijke Programma (IBP) tussen de verschillende overheden. In dit programma is overeengekomen dat deze overheden gezamenlijk verschillende opgaven aanpakken. Wat betreft de financiële uitgangspunten is afgesproken dat alle overheden zich financieel inzetten voor de opgaven. Het Rijk draagt bij via het accres van het gemeentefonds en via de zogenaamde 'enveloppes'. In welke mate en aan welke opgaven Dordrecht wil bijdragen moet later dit jaar bepaald gaan worden.

c. Structurele effecten jaarrekening 2017
De structurele effecten uit de Jaarrekening 2017 voor 2019 en verder worden verwerkt in deze kaderbrief. Dit betreft een voordeel op Leerlingenvervoer (€ 100.000).

d. Aansluiting op GRD begroting
In de Drechtraad van 6 februari 2018 zijn de Geactualiseerde Perspectiefnota en Geactualiseerde Begroting 2018 van de GR Drechtsteden (GRD) vastgesteld. De vastgestelde stukken leiden tot een structureel hogere bijdrage ten opzichte van de budgetten zoals aanwezig in de meerjarenbegroting. De belangrijkste verschillen zijn:

  • In de Geactualiseerde Begroting is sprake van een incidentele taakstelling van € 1,1 miljoen in 2018.
  • In de Geactualiseerde Begroting 2018 is sprake van structurele loon- en prijscompensatie van € 2,2 miljoen in plaats van € 1,0 miljoen.
  • In de Geactualiseerde Begroting 2018 is sprake van een structureel budget voor de groeiagenda van € 1,1 miljoen en het doortrekken van incidentele componenten uit het Regionaal Meerjarenprogramma in 2019 en verder, in plaats van een structurele ophoging van het Regionaal Meerjarenprogramma van € 500.000.
  • Ten gevolge van de invlechting van Hardinxveld-Giessendam ontstaat een financieel voordeel van € 800.000.

De reeks voor Dordrecht, zoals opgenomen in de hoofdtabel, kent hierbij de volgende specificatie:

Bedragen × € 1.000

Specificatie GRD reeks naar Dordts aandeel

2019

2020

2021

2022

a. Effect loon- en prijscompensatie

€ 665-

€ 665-

€ 665-

€ 665-

b. Groeiagenda/rMJP

€ 504-

€ 636-

€ 932-

€ 932-

c. Overige verschillen (m.n. effect invlechting HVGD)

€ 544

€ 544

€ 544

€ 544

Som benodigde indexaties uitgaven

€ 625-

€ 757-

€ 1.053-

€ 1.053-

Aanvullend is besloten dat bij de 1e Bestuursrapportage wordt gerapporteerd over realisatie van de taakstelling en dat daarbij wordt beoordeeld in hoeverre deze structureel kan worden gerealiseerd. Tevens wordt de noodzaak van indexatie beoordeeld in combinatie met een analyse van een eventuele onderuitputting bij de jaarrekening.

e. Prins Clausbrug
Met het besluit op het raadsvoorstel uitvoeringskrediet Prins Clausbrug zijn aanvullende middelen beschikbaar gekomen voor de realisatie van de brug. Dit besluit legt een beslag van € 241.000 op de exploitatie met ingang van 2020. In dit bedrag is nog geen rekening gehouden met kosten van beheer en onderhoud en de kosten van brugbediening.  

f. Verdeelsystematiek Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid
De Veiligheidsregio heeft besloten om met ingang van begrotingsjaar 2019 alle kosten met uitzondering van de plustaken, te verdelen op basis van het gemeentefonds, sub-cluster Brandweer en Rampenbestrijding (met een ingroeiregeling). Dit besluit betekent dat de Dordtse bijdrage naar beneden kan worden bijgesteld. De zienswijze vanuit Dordrecht op dit besluit is op 19 december vastgesteld. Op 22 februari 2018 heeft de definitieve besluitvorming over de verdeelsystematiek plaatsgevonden.

g. Doordecentralisatie onderwijshuisvesting
Op 27 juni 2017 heeft de raad ingestemd met de financiële contouren voor een volledige doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting. Ondertussen is duidelijk geworden dat dit alleen wordt doorgezet voor het primair en speciaal onderwijs en niet voor het voortgezet onderwijs. Vanaf 2022 is er sprake van stijgende lasten als gevolg van bouwplannen uit het vastgestelde vestigingsplan primair onderwijs. Op 19 december 2017 zijn hierover definitieve besluiten genomen.

h. Algemene verordening gegevensbescherming
In het kader van herzieningen in de Europese Privacy Wetgeving is vanaf 25 mei 2018 de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing in de Europese Unie en geldt de Wet bescherming persoonsgegevens niet meer. De AVG legt meer verantwoordelijkheid bij organisaties om aan te tonen dat wordt voldaan aan de privacyregels en kent een (afschrikkend) boetebeleid. In de AVG staan een aantal verplichte maatregelen genoemd waarmee organisatie aan de verantwoordingsplicht (accountability) kunnen voldoen. Met het vaststellen van het privacybeleid en aanstellen van de Functionarissen Gegevensbescherming (en adviseurs) geven wij invulling aan de randvoorwaarden om aan de AVG te gaan voldoen. We doen dit als Drechtsteden gemeenten gezamenlijk via de GRD/SCD. Onze bijdrage aan de GRD zal daarom structureel met € 235.000 toenemen.

i. Vrijval rente op langlopende leningen
De rente op langlopende leningen neemt vanaf 2022 fors af, als gevolg van het aflossen van enkele (bullet)leningen (in totaal zo'n € 100 miljoen in de komende 4 jaar). Deze aflossingen kunnen gedaan worden vanuit vrijvallende beleggingen, waardoor (nagenoeg) geen herfinanciering nodig is. Het verlies aan rendement op de beleggingen was al in het meerjarenperspectief opgenomen, het rentevoordeel op de lagere schulden echter nog niet. Om die reden ontstaat vanaf 2022 een exploitatievoordeel van circa € 1,5 miljoen per jaar.

j. Wegvallende precario opbrengsten
Vanaf 2022 vervalt de mogelijkheid om precario op kabels en leiding te heffen bij nutsbedrijven en de mogelijkheden tot compensatie zijn beperkt door het uitblijven van rijksbeleid op het gebied van verruiming van het lokaal belastinggebied. In 2018 worden de diverse mogelijkheden aan de raad voorgelegd waarmee de wegvallende inkomsten kunnen worden opgevangen in de meerjarenbegroting (zie voor scenario's 'Onzekerheden').

Beslispunt 1: Autonome ontwikkelingen

Wij stellen u voor om de autonome ontwikkelingen en de financiële consequenties hiervan vast te stellen.