Perspectief
Op basis van tot nu toe genomen besluiten ontstaat na de reguliere onderdelen het volgende financieel perspectief:
Bedragen × € 1.000 | ||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Eindsaldo Begroting 2018 | € 585 | € 2.014 | € 1.254 | € 876 |
Effect autonome ontwikkelingen | € 6.914 | € 7.284 | € 6.422 | € 2.530 |
Effect indexaties uitgaven | € 6.533- | € 6.512- | € 6.442- | € 6.443- |
Effect indexaties inkomsten | € 587 | € 589 | € 592 | € 592 |
Effect knelpunten | € 1.344- | € 1.409- | € 1.409- | € 1.499- |
Saldo KB na reguliere onderdelen | € 209 | € 1.966 | € 417 | € 3.944- |
De Kaderbrief 2019 bepaalt het beginsaldo van de Begroting 2019 en toont aan dat het financieel meerjarenperspectief onder invloed van autonome ontwikkelingen, indexaties en onontkoombare knelpunten in de jaren 2019 t/m 2021 beperkt positief blijft en daarna, door wegvallende precario inkomsten, vooralsnog negatief wordt. In het onderdeel 'onzekerheden' worden de scenario's voor oplossing van de wegvallende precario inkomsten geschetst. Deze scenario's zijn ingebracht als dossier bij de vorming van de nieuwe coalitie. De verdere uitwerking tot raadsvoorstel volgt in de loop van 2018. De verwerking van de besluitvorming krijgt daarna een plek in de meerjarenbegroting 2019-2022.
Meer dan het in kaart brengen van de invloed van de diverse ontwikkelingen wordt in deze kaderbrief (nog) niet gedaan. Een definitief sluitend meerjarenperspectief is aan de orde bij de Begroting 2019.